Signprinters door de tijd: de multifunctioneel inzetbare eco-solvent printers
Binnen de grootformaatprinters vormen de ‘signprinters’ een eigen segment met printers die minder gericht zijn op productievolume. Lange tijd werd het aanbod bepaald door roll2roll-printers met een afdrukbreedte breedte tot ca. 160 cm, uitgerust met eco-solvent inkt. Inmiddels is het aanbod verbreed met met UV-inkt of resin-inkt (waaronder latex). In twee artikelen zetten we de ontwikkelingen op een rij. In dit eerste deel kijken we naar de opkomst van eco-solvent printers.
De signmakers richtten zich aanvankelijk alleen op het verwerken van snijfolie. Was er print nodig voor een project, dan werd het ingekocht bij een gespecialiseerd bedrijf. Deze printserviceproviders gebruikten rond 2000 vooral printers die met hardsolvent inkten waren uitgerust, gericht op buitentoepassingen. Zelfklevende pvc-folies en pvc-doek waren de belangrijkste beelddragers. Voor binnentoepassingen werd ook wel gebruik gemaakt van prints op (foto)papier waarvoor CAD of fotoprinters werden ingezet.
De komst van eco
De doorbraak kwam in 2001/2002 met de komst van de eerste generatie eco-solvent printers die door Roland en Mutoh op de markt werden gebracht. Of ‘eco’ stond voor ecologisch of voor economisch hebben de bedenkers in het midden gelaten. Feit was dat deze eerste generatie eco-inkt, ten opzichte van de hardsolvent inkten, een grote stap vooruit was als het gaat om de milieu-aspecten. Er waren minder maatregelen nodig voor afvoer van VOC’s en de lagere aanschafkosten maakten deze printers voor een grotere groep bedrijven bereikbaar. Vanaf dat moment haalden signmakers hun eigen printer in huis. In die periode waren er nog geen vlakbedprinters en werden zelfklevende folies ook ingezet voor het maken van uiteenlopende reclameborden. Ook nu vormt dat nog steeds een belangrijke toepassing. Als er met regelmaat nieuwe reclameuiting op een bord moet worden aangebracht is overplakken van de bestaande uiting nog steeds een financieel en milieutechnisch goed alternatief voor direct drukken op een bord.
Signmakers gingen in die tijd ook aan de slag met pvc-doek voor spandoeken die, vanwege de breedtebeperking van de printer, vaak in meerdere banen werden afgedrukt en vervolgens gelast. Later namen de printserviceproviders dat deel van de markt voor hun rekening en gebruikten hiervoor bredere printers waardoor lassen minder vaak noodzakelijk is. Inmiddels gebruiken de printserviceproviders vooral UV-inkten om op 3 of 5 meter breed bannerdoek te drukken.
Print & cut
Een nieuw apparaat in huis halen voor de in die tijd vaak klein gehuisveste signmaker was een uitdaging. Roland DG pakte dat op door een plotter toe te voegen aan hun printer. Daarmee was het eerste print & cut-toestel een feit. Vanwege de droogtijd en de noodzaak tot lamineren bij veel toepassingen vond het snijden achteraf plaats. Omdat het aantal m2 dat per dag werd geproduceerd beperkt bleef, was er genoeg tijd om daarvoor hetzelfde apparaat in te zetten.
Er was nog een tweede groep voor wie print & cut paste. Drukkers die kleine oplages van stickers produceren. Die stickers worden vaak zonder gelamineerd te worden, toegepast en kunnen zo snel op maat worden gemaakt zonder dat er een stansvorm nodig is.
Tot vandaag de dag is Roland marktleider als het gaat om print & cut-toestellen. Ook Mimaki heeft een vergelijkbaar aanbod. Bij signmakers die alleen voor eigen gebruik printen is ook nu het aantal m2 per dag vaak overzichtelijk en zijn deze print & cut-toestellen nog steeds populair.
Komen en gaan
Na Mutoh en Roland kwamen Mimaki en Seiko met printers met eco- of milde solvent inkten. HP, dat voorheen succesvol was met de levering van watergedragen fotoprinters, kocht zich in deze markt in door de overname van de Seiko-activiteiten. Nadat HP overstapte op de latex-inkten voor de eigen printers kwam Seiko terug met eigen printers, maar haalde niet meer de successen van voorheen. In 2015 mocht OKI het nog proberen met dezelfde toestellen, maar ook die wist te weinig marktaandeel terug te krijgen en stopte in 2020 met de verkoop.
Epson
Epson was vanaf het begin nauw betrokken bij de ontwikkeling van eco-solvent printers. Ze waren verantwoordelijk voor de printkoppen en inkten die zowel Mutoh als Roland (en later ook Mimaki) toepasten in hun printers. In 2012 stapte Epson zelf deze markt in met de eerste SureColor-printer voor eco-solvent. De doorbraak kwam toen het bedrijf een model uitbracht, waar door toevoegen van extra kleuren meer huisstijlkleuren binnen bereik konden worden afgedrukt. Ook nu is Epson SureColor SC-S80600L, die uitgerust is met extra inkten in de kleuren oranje, rood, metallic en wit, behoorlijk populair. Er is inmiddels wel competitie van onder andere Roland DG, dat niet alleen een eco-solvent met een uitgebreide inktset levert, maar ook hun recent uitgebrachte met led UV-inkten uitgeruste TrueVIS-printers van een uitgebreidere kleurenset kan voorzien. Ricoh op zijn beurt heeft hun latexprinter van een uitgebreide inktset voorzien. Vooral signbedrijven die retailketens bedienen kiezen vaker voor een printer met een uitgebreide inktset.
Wit
Verschillende fabrikanten hebben door de tijd heen eco-solvent printers uitgerust met witte inkt als extra. Daarmee kun je ook op transparante folie een kleurecht resultaat neerzetten, bijvoorbeeld voor raamstickers. Het gebruik van witte eco-solvent inkt levert op de meeste toestellen een substantiële vertraging op van de afdruksnelheid. Het bij eco-solvent gebruikte pigment heeft een beperkte dekking. Wie vaker witte inkt toepast kiest eerder voor latex of UV.
Eco en milieu
Hoe ecologisch de inkten zijn die in deze categorie printers wordt gebruikt, blijft punt van discussie. De beruchte VOC’s zijn vanaf het begin vervangen door minder schadelijke oplosmiddelen. De huidige printers kunnen zonder extra afzuiging in de werkplaats geplaatst worden en de afdrukken worden ook wel aan binnenzijde van gebouwen toegepast. Enkele fabrikanten hebben hiervoor een GREENCARD Gold Certificaat verkregen. Toch blijft het oppassen. Bij het GREENCARD Gold Certificaat wordt onderscheid gemaakt in het aantal m2 dat binnen een ruimte voorzien wordt van print. Bij gebruik van eco-solvent gelden er soms restricties. Wie meerdere eco-printers in dezelfde ruimte plaatst moet vaak aanvullende maatregelen treffen omdat het aantal schadelijke deeltjes anders te hoog wordt.
Een punt van aandacht blijft de droogtijd. Die ligt nu tussen de 6-24 uur volgens opgave van de fabrikanten. Het gaat echter niet alleen om het drogen en hechten van de inkt. Het oplosmiddel dat voor de inkt gebruikt is kan de lijm van een zelfklevende folie tijdelijk negatief beïnvloeden. Reden waarom nog steeds langere droogtijden gewenst zijn bij specifieke media.
Folie
De huidige eco-solvent printers worden nu vooral ingezet voor het bedrukken van zelfklevende vinylfolie. Ook pvc-vrije alternatieven zoals PE PP laten zich hiermee bedrukken. De signmaker kan nu kiezen uit een folie die optimaal is aangepast aan de applicatie. Zo zijn er naast de algemene printfolie voor belettering en reclame op vlakke ondergronden speciale muurfolies, maar ook voor de stickers op de vloer is een aangepaste variant met daarbij een antislip-laminaat. Ook op basis van gebruiksduur kan er verschil worden gemaakt. Voor carwraps en interieurwraps is er gegoten printfolie met bijpassend laminaat. Ook op basis van het gemak waarmee folie zich laten verwerken zijn er verschillende keuzes mogelijk.
Juist dit brede aanbod heeft ervoor gezorgd dat signmakers hun eco-solvent printer voor alle voorbijkomende applicaties kunnen inzetten. Je kunt ook uitstapjes maken. Zo is er blue backing paper voor bedrukken met eco-solvent. Textieltransfers behoren ook tot de mogelijkheden, waarbij een aangepast vinyl wordt gebruikt. Er zijn ook leveranciers die voor eco-solvent geschikt behangpapier in hun assortiment hebben opgenomen. Signmakers die zich toeleggen op interieuraankleding kiezen echter vaker voor bedrukken met latex/resin- of UV-inkt. Voor die inkten is de keuze aan dit type materialen ook veel groter. Daarover meer in deel 2 van dit tweeluik.
Tekst en foto’s: Hermen Hartman
PRINTmatters magazine bij jou in de bus?